Vier Blogs van Dhr. J. Barendrecht Hypnotherapeut

Vier Blogs van Dhr. J. Barendrecht Hypnotherapeut

Vier Blogs van Dhr. J. Barendrecht Hypnotherapeut

Deze Blogs zijn geschreven door Jan Barendrecht, werkzaam als therapeut bij ‘Praktijk Asclepios’. Ik verwijs regelmatig cliënten naar hem toe door. Vragen stellen? E-mail via de contact pagina naar praktijk Asclepios: www.hypnose-regressie.nl

Hoe kom ik bij mijn doelen?

Een jongetje zag in een winkel een blouse, bedrukt in een veelkleurig patroon en zei tegen zijn moeder hoe mooi hij het vond en hoe graag hij dat wilde dragen. De moeder keurde het af en zei dat het veel te druk en te kleurig was. Hij zou iets anders moeten dragen om goed voor de dag te kunnen komen. Het kind bleef volhouden en er ontstond een heftige sfeer, waarbij het kind stampvoetend de strijd aanging om zijn zin te krijgen.
Nooit eerder was hij zo voor zichzelf opgekomen. De moeder kon er niet omheen en gaf toe.
Het jongetje werd rustig en blij trok hij de blouse aan, waarvan hij wist dat dit liet zien hoe hij zich van binnen voelde. Hij droeg het bijna dagelijks tot het versleten en te klein geworden was.

Het was een gezeglijk kind en het had voor de hand gelegen dat hij ook daar in die winkel moeders zin had gevolgd. Wat maakte dat hij nu anders deed? Uit jaloezie omdat misschien een broertje of zusje of ander kind op school wel kreeg was hij of zij wilde? Of was het onuitgesproken ontevredenheid over zijn eigen braafheid die er nu plotseling uitbarstte? Geen van beiden.
Het kind werd door het zien van de kleurige patronen diep van binnen geraakt in zijn eigen veelkleurigheid die hij maar op één manier tot uitdrukking kon brengen: door het gaan dragen van die blouse.
Het ontbrak hem nog aan de juiste woorden om dat aan zijn moeder uit te leggen en er was een lange weg van ontwikkeling nodig om uiteindelijk zijn doelen te bereiken en zijn veelkleurigheid te gaan leven.

Vanaf je geboorte sta je bloot aan controle en conditionering. Je ouders en andere verzorgers geven voortdurend boodschappen over hoe jij moet handelen. Veel daarvan is goed bedoeld en handig en voorkomt b.v. ongelukken, pijn en een hoop gedoe.
Maar evenveel andere boodschappen werken tegendraads. Wat gezegd wordt komt voort uit de ervaringswereld van die ander, voor wie het wellicht zinvol is om zo te doen of te zijn.
Maar jij bent een uniek wezen en wat bij de één als gegoten zit, wringt bij de ander als een te kleine schoen.

Hoe komt het toch dat je zo uniek bent?
Sommige mensen die iets mankeren, zeggen al snel “dat het in de genen zit”, zonder na te denken over de betekenis van die woorden. Zo houden zij hun klacht in stand of gaan deze bestrijden met medicijnen.
Ze doorzien de ware betekenis van hun uitdrukking niet en zijn niet in staat om hun kwaliteiten en kracht te erkennen en in te zetten.

Lijk je op vader of heb je meer van moeder? Je kijkt bij deze vraag mogelijk naar uiterlijke kenmerken. Maar die zijn ondergeschikt.
Als je je eigen doen en laten beziet en achterom kijkt naar de lange rij van ouders, grootouders en zo verder terug in het voorgeslacht, dan zie je aanvankelijk nog overeenkomsten, maar al snel vervagen ze. Ergens in het verre verleden is een aanvang gemaakt met het doorgeven van karakter-informatie aan het nageslacht.
Onder druk van het bestaan en door persoonlijke ontwikkelingen evolueert deze informatie voortdurend en zo maakte het jou uiteindelijk uniek in je zijn.
Daar ligt de basis voor de strijd, zoals het jongetje moest aangaan. Als hij opnieuw had toegegeven, dan was hij verder afgedreven van zichzelf.

Vaak hoor ik: “Als ik dat toen had geweten , had ik het anders gedaan.” Maar je kon het toen niet weten. Je kijkt er immers naar terug met alles wat je pas nu weet. Je kunt er nu echter wel van leren om zo bewust te worden van al je handelen.

Hoe kom je dan bij je doelen, als je er al zover van bent afgedreven, dat je ze al (bijna) niet meer herkent?
De eerste stap is, te ontdekken wat je werkelijke behoeften zijn. De tweede is, het weer gaan herkennen en erkennen van je doelen.
Dat doe je door consult bij Leila en, als het nodig is, daarna in therapie.

Hypnotherapie biedt de mogelijkheid om onder invloed van hypnose terug te gaan naar momenten in je leven, waar storende invloeden zich diep in je wortelden en om die weer los te maken en je daarvan te bevrijden. Daarna komt er ruimte in je vrij om nieuw, door jezelf gewenst gedrag aan te leren.
Je gaat leren wat trouw zijn aan jezelf inhoudt, angst voor verlies loslaten, door taboes heen, uit het oordeel stappen. Wat je daarbij nodig hebt, is de wil om door te zetten.

Hoe haalde je je veterdiploma, je zwemdiploma, je rijbewijs etc.?
Oh, misschien moest je het een (paar) keer over doen.
Mooi, gefeliciteerd. Dan leerde je daar al om door te zetten. Gebruik die kracht opnieuw!

Rotterdam, 7 oktober 2014.

Jan Barendrecht

 

Over pedofilie en pedoseksualiteit: Lust of Last?

Voorkeur voor seks met kinderen / overheersende neiging tot geslachtsomgang met kinderen of zeer jeugdige personen volgens Van Dale.

Pedofilie is een term die wordt gebruikt voor het zich seksueel primair aangetrokken voelen van volwassenen en bepaalde adolescenten tot kinderen die nog niet geslachtsrijp zijn. Als volwassen, gelden in dit opzicht degenen die ouder zijn dan achttien jaar en adolescenten zijn hier relevant, wanneer zij minimaal vijf jaar ouder zijn dan het kind.

Pedofilie is verwant aan pedoseksualiteit en kindermisbruik, maar valt niet altijd samen. Mannelijke homofiele pedofilie wordt ook wel pederastie genoemd. Het zich specifiek aangetrokken voelen tot pubers heet efebofilie, volgens WikipediaPedofilie wordt vaak verward met pedoseksualiteit; het handelen naar iemands pedofiele gevoelens. Pedofilie als geaardheid is niet strafbaar, het verrichten van pedoseksuele handelingen wel.Pedofilie valt onder de parafilie, seksuele voorkeuren die afwijken van de heersende norm.

Volgens www.stopitnow.nl Parafilie: seksuele perversie volgens Van Dale.

Al deze informatie is onmisbaar als we willen begrijpen welke invloed deze belevingsvormen van seksuele geaardheid op het betrokken kind hebben. Eveneens helpt het om inzicht te krijgen in de verwarde opvattingen van de dader. Ik herinner je even aan het vechten op het schoolplein in het stuk over incest Uit liefde voor het kind”. Beter nog kan ik de dramatiek van het gebruik van kindsoldaten aanhalen. En wat te denken van kinderarbeid in lageloonlanden. Over deze kwestie heeft iedereen wel een mening. En meestal is die afwijzend. Zodra het echter over seks gaat, raakt men het spoor bijster. Dat is op zijn minst merkwaardig.

Natuurlijk hebben de dominante partijen uit deze voorbeelden hun eigen excuus om op die manier misbruik van kinderen te maken. Het bizarre van deze excuses is steeds hetzelfde: het zogenaamde belang van het kind wordt misbruikt om het eigen belang te dienen. En zo hebben de pedofiel en de pedoseksueel hun zelfgecreëerde excuus.

We leven in een tijd waarin op het gebied van seksuele geaardheid bijzonder veel openheid is. Het is een bevrijding voor veel mensen dat we steeds meer de gedachte los kunnen laten dat perse ieder mens een heteroseksuele en monogame geaardheid moet leven.

De tijd van massale veroordeling van homofilie is in ons land al lang over zijn hoogtepunt heen. Travestie behoort niet meer tot iets uit het duister en transseksualiteit krijgt, o.a. mede dankzij de mogelijkheden van plastische chirurgie, ook meer en meer erkenning als vorm van geaardheid.

Wat bijdraagt aan het feit dat deze groepen erkenning krijgen, is dat zij in hun belevingsvorm geen bedreiging zijn. Het zijn volwassenen die uit eigen vrije keuze hun geaardheid eindelijk openlijk kunnen leven met leeftijdsgenoten.

Hoe anders is dat met pedofilie en pedoseksualiteit?

Een pedofiel die door zijn geaardheid bepaalde aandacht voor kinderen heeft, straalt dat uit en voelt voor kinderen minstens zo bedreigend als de onveilige (incestueuze) ouder. Ook voor hem geldt dat er geen enkele handeling hoeft te worden verricht, dan uitsluitend de seksueel getinte aandacht te richten op dat kind. Het is inmiddels voldoende bekend tot welke bizarre vormen van belangstelling dit kan uitgroeien. Filmcamera’s in kleedhokjes van sportcomplexen zorgen na ontdekking voor een golf van weerstand, woede en angst onder ouders en kinderen.

Het excuus dat het kind niet actief wordt benaderd is laf en gaat niet op want ook het richten van aandacht is een vorm van benadering.  Iedereen kent wel dat gevoel van bekeken te worden en hoe dat voelt. Veel ernstiger wordt het wanneer het kind actief wordt benaderd met de bedoeling er seksuele handelingen mee te verrichten. De dader krijgt zijn zin door manipulatie vanuit zijn zelfbedachte (on-)bewust verwrongen idee dat het kind het wil.

Dit verdient nadere toelichting:

Rond het vijfde jaar begint bij het kind in het lichaam de gewaarwording dat het gebied rond de genitaliën meer gevoel uitstralen dan alleen de behoefte om te ontlasten. Kinderen maken vanaf dat moment zowel onbewust als bewust contact met hun geslachtsdelen.

Ook in het spel met elkaar uiten ze hun natuurlijke nieuwsgierigheid, vragen b.v. of de ander ook een piemel of een sneetje heeft waarbij ze op een geheel onschuldige manier dit ook aan elkaar laten zien. Dit is een aan kinderen voorbehouden, onschuldig deel van het begin van de seksuele ontdekkingsreis die we als mens gaan doormaken.

Vanuit diezelfde onschuld kijken kinderen naar hun ouders en andere volwassenen en zoeken ze fysieke nabijheid om het gevoel dat zij ervaren te toetsen als iets dat veilig is en van hen zelf.

Kinderen doen dat in hun spel en ervaren op hun kindniveau hun fysieke opwinding die al snel voldoende is. En even snel als ze bij vader of moeder komen, gaan ze weer terug naar hun eigen bezigheid. Deze kindbeleving staat ver af van de volwassen preoccupatie met seksualiteit.

Bij de ouder worden kinderen, de adolescenten, zien we de behoefte aan experimenten veranderen. Ook hier zoeken leeftijdgenoten elkaar op in hun onzekerheid en verlegenheid over de mogelijkheden van het eigen lijf. Ze zijn uiteraard wel verder in het contact met hun eigen lijf. Ze fantaseren anders, zijn erover actief op internet en mogelijk masturberen ze, al dan niet samen met leeftijdgenoten, om hun onzekerheid te overwinnen.

De pedoseksueel misbruikt dit kind-eigen gedrag als ingang tot de manipulatie van dat kind.

Afhankelijk van de leeftijd van het kind gaat er veelal een periode van voorbereiding vooraf aan het werkelijke eerste seksueel getinte contact. De dader manoeuvreert zichzelf in een positie dat hij te vertrouwen is en/of maakt het kind op een bepaalde  manier van zich afhankelijk. Daarbij is het doel er vooral op gericht, het kind het gevoel te geven dat zijn of haar ontluikende fysiek-erotische gevoelens bedoeld zijn om in te zetten in dat contact met de volwassene. Vaak gaat de ontwikkeling van dit contact gepaard met een sfeer van geheimhouding die kan uitlopen tot vormen onderdrukking of chantage. Dat de vrije keus ontbreekt, spreekt voor zich.

De gevolgen voor het kind, het slachtoffer, zijn ernstig. Een op zeer jonge leeftijd eenmalig ervaren vorm of indruk van seksueel getint contact kan al oorzaak zijn van een storing in de verdere seksuele ontwikkeling van het kind. Herhaald misbruik, zeker onder druk van geheimhouding en/of chantage, misvormt het slachtoffer totaal in zijn of haar ontwikkeling van seksuele eigenheid, vrijheid en vertrouwen. De consequenties van deze trauma’s komen vaak pas veel later aan het licht als het slachtoffer in relatie gaat. De meeste relaties mislukken uit angst of onzekerheid en onvermogen tot overgave aan seksueel genot. Psychische storingen als PTSS, Borderline en verwarring over de eigen geaardheid zijn dan ook geen uitzondering.

Professionele, goed gerichte therapie is noodzakelijk om het slachtoffer te helpen het trauma te verwerken en de weg naar gezond en vrij seksueel gedrag te leren vertrouwen. De gevolgen voor de dader zijn veeleisend. Vroeg of laat, bijvoorbeeld bij strafrechtelijk onderzoek en een eventuele veroordeling, komt de dader in het openbaar met alle consequenties van dien.

Als zijn pedofiele of pedoseksuele inslag gekenmerkt moet worden als onderdeel van zijn seksuele geaardheid, dan is het zijn uitdaging om die geaardheid in therapie te aanvaarden en daarmee  te leren leven zonder het te praktiseren. Want evenmin als de andere, hiervoor genoemde vormen van seksuele geaardheid, zijn echte pedofilie en pedoseksualiteit geen aandoeningen die eenvoudig d.m.v. therapie teniet te doen zijn of om te vormen tot een gezonde volwassen vorm van seksuele behoefte.

Binnen het kader van de bedoelingen van mijn stuk heb ik alle gewelddadige uitingsvormen van seksueel misbruik buiten beschouwing gelaten. Het hoeft mijns inziens geen betoog dat het afdwingen van seksuele handelingen door middel van geweld, eventueel samengaand met geheimhoudingsplicht of een andere vorm van chantage, binnen elke relatiecontext veroordeeld dient te worden en dat opgroeiende kinderen hiertegen dienen te worden beschermd.

Mogelijk roept dit stuk vragen bij u op. U bent vrij om die aan mij te stellen.

We zijn, zeker op seksueel gebied, nog steeds in ontwikkeling.

In mijn volgende stuk leest u over andere vormen van seksueel misbruik en geweld, zowel in eigen land als ver daarbuiten.

Jan Barendrecht

 

Incest

Ontucht plegen met een eigen minderjarig kind, stiefkind, pleegkind of pupil wiens zorg is toevertrouwd (etc . . .) volgens Van Dale.

De actualiteit dwingt mij nu over incest en pedofilie te schrijven.
Over deze onderwerpen is veel verwarring, oordeel en onbegrip, terwijl het ook veel vragen oproept.
Wat bezielt een ouder om seksuele omgang met een eigen kind te hebben, een minderjarig kind?
En wat bezielt een persoon om te verlangen naar seksuele omgang met zeer jeugdige personen?

Ik ga met u niet op zoek naar antwoorden op die vragen.
Dit stuk gaat over de waarde van veilige ouders en de behoefte van kinderen aan die veilige ouders.
Ook gaat dit stuk over seksuele verwarring bij volwassenen en hun projectie op het kind, terwijl daarbij de kinderlijke “verliefdheid” op de ouder, en de effecten daarvan worden belicht.
Voorts komen de consequenties voor zowel slachtoffer als dader aan de orde.

Laten we eerst eens kijken naar de ideale, veilige gezinssituatie van vader, moeder en 2 kinderen, een jongetje en een meisje. De ouders hebben een liefdevolle en vervullende relatie en hun seksuele verlangen wordt volledige binnen die relatie geleefd. Al vanaf het eerste moment is voor deze ouders het contact met hun kinderen op een heel natuurlijke manier vrij van het verlangen om seksuele omgang met die kinderen te hebben.
Mede hierdoor zijn de ouders in staat om deze kinderen de verzorging te geven waaraan behoefte bestaat; aan- en uitkleden, in bad doen, schone luiers en de borst geven, op schoot laten zitten, knuffelen, bij vader en moeder in bed als het kind angstig is of voor de gezelligheid etc. Het kind ziet deze ouders in liefdevolle omgang met elkaar en wordt langzaam nieuwsgierig of het dat later zelf ook zo zal gaan doen. Het is een erg mooi voorbeeld van een veilige beleving.

Er komt een periode in het jonge leven waarop zich het bewustzijn gaat ontwikkelen van de gevoelens in het eigen lijf en de belangstelling daarvoor. Rond die zelfde periode kan een kind in een vlaag van “verliefdheid” tegen vader of moeder zeggen “Later als ik groot ben gaan wij trouwen.”
De veilige (verstandige) ouder legt dan uiteraard uit waarom dat niet gebeuren zal. En ook vertelt die ouder wat de mogelijkheden tegen die tijd wel zijn, namelijk een eigen relatie met een ander.
In deze ideale situatie accepteert het kind dat. Het heeft immers dat mooie voorbeeld en een daarbij passende uitleg.
En zo hebben de ouders vanzelf bijvoorbeeld ook een veilige omgeving gecreëerd om hun kind adequate seksuele voorlichting te geven.
Tegelijk ervaart het kind ruimte alle ruimte om te experimenteren met gedrag, toenadering en lichamelijk contact. Hierdoor leert het eigen en andermans grenzen herkennen en erkennen.

Kijken we dan nu naar een gebrekkige, onveilige gezinssituatie, waarin de ouders geen liefdevolle, vervullende seksuele relatie hebben.
De partners zijn in seksueel opzicht in verwarring over hun rol naar elkaar; de man heeft b.v. erectieproblemen en/of de vrouw heeft nog nooit een orgasme beleefd, de man heeft zijn eigen lusten en driften niet in bedwang en ziet vrouwen uitsluitend als lustobject. Zijn vrouw is een seksueel gebruiksvoorwerp maar raakt daardoor in haar diepste wezen ook onvervuld. Zij wijst hem regelmatig af om welke reden dan ook, misschien vanuit een eigen seksueel onveilig verleden.
Talloze oorzaken zijn er op te sommen waardoor er in het gezin een seksueel onveilige sfeer vol taboes hangt.

Het ligt voor de hand dat dan de ouder, zeker in zijn rol als verzorger, deze onvervulde gevoelens uitstraalt naar het kind. Ook zonder werkelijk fysiek contact kan dat door het kind al worden ervaren als een vorm van seksueel misbruik, een vorm van incest.
En als het kind ouder wordt, zo’n 14, 15 jaar, kan het in de ogen van de ouder, die seksueel in verwarring is, uiteindelijk een lustobject worden, waardoor aan het kind de mogelijkheid tot veilige en vrije seksuele ontwikkeling wordt ontnomen.

Het kind is volledig afhankelijk van de ouder en daaraan ook nagenoeg altijd loyaal. Daarbij bestaat bij het kind diep van binnen het verlangen naar veilige intimiteit (knuffelen, op schoot zitten, een aai over de bol).
Kinderen zijn onder enkele voorwaarden tot voorbij de puberleeftijd op hun specifieke manier nieuwsgierig naar (de seksuele energie en uitstraling van) hun ouders. Zelfs in hun afwijzing daarvan blijkt er een onbewuste nieuwsgierigheid te leven.
Jongens leven dat uit door b.v. stoer (rollenspel) gedrag terwijl meisjes de mogelijkheden van uitdagend gedrag (b.v. in kleding) toetsen bij die ouder. Zij doen dat echter vrij van ieder bedoeling naar die ouder; het is de natuurlijke behoefte van ieder kind.
Hierdoor en door de afhankelijkheid is het kind echter gevoelig voor manipulatie.

De verwarde ouder die zijn of haar seksuele tekort gaat projecteren op het kind, vertaalt dit kinderverlangen uit eigen belang naar een volwassen verlangen, mede om het eigen incestueuze verlangen en gedrag goed te praten.
De nieuwsgierigheid van het kind wordt door de ouder (als dader) verwrongen vertaalt tot “Hij vroeg er zelf om.” of “Ze daagde me voortdurend uit.”
Ik noem dit het “Lolita-syndroom”, naar het voorbeeld uit de roman van Vladimir Nabokov.

Zo creëert de dader bijvoorbeeld een “spirituele relatie” tussen ouder en kind, of een zelfbedachte relatievorm die verklaard (goedgepraat) wordt aan de hand van een voorbeeld uit een boek, film of al lang niet meer bestaande oude cultuur.

De incestueuze ouder bedenkt daarbij vaak het excuus, dat de seksuele omgang de wens van het kind was. Hiermee creëert de dader een excuus voor het eigen gedrag, terwijl verscholen onder de behoefte aan dat excuus direct de realisatie van het eigen verkeerde gedrag wordt ontkend en verdrongen.

De effecten op het kind als slachtoffer zijn in grote lijnen steeds dezelfde en desastreus: de vrije afhankelijke positie naar de ouder als dader verandert in angstige afhankelijkheid, de onzekerheid over het zelf wordt groter en groeit uiteindelijk uit tot een psychische storing, waarbij borderline geen uitzondering is. Dit sluit de weg naar een vrije, zelfgekozen, seksueel gezonde relatie geheel af.
Het slachtoffer heeft, om het eigen leven weer als veilig te kunnen ervaren, behoefte aan langdurige specialistische therapie. Daarnaast heeft het slachtoffer nagenoeg altijd behoefte aan gerechtigheid en de diepste erkenning van spijt en excuus door de dader.

De effecten op de dader uiten zich in vormen van ontkende verwarring. De dader blijft zoeken naar excuus en blijft het eigen gedrag goedpraten, soms zelfs door het in de openheid te brengen. Weer andere daders verklaren hun handelen als tegemoetkoming aan het behoeftige kind. En met verklaringen als “het overkwam mij” of “ze is echt heel erg volwassen” legt de dader iedere vorm van eigen verantwoordelijkheid volkomen naast zich neer, sterker nog, hij legt die bij zijn kind.
Diep daaronder is bij de dader de steeds aanwezige prikkeling voelbaar om te erkennen dat zijn gedrag volstrekt afkeuringswaardig is en dat hij voor het kind diep door het stof dient te gaan.
Rechtszaken na misbruik leiden vaak wel tot veroordelingen, maar zijn helaas niet steeds voldoende, om de dader tot in zijn kern te overtuigen van de ernst van zijn handelen.
De dader is toe aan doelgerichte therapie. De relatie tussen de ouder en het kind breekt. Het kind wil onbewust nog steeds de veilige ouder ontmoeten, maar weet dat dit niet kan. Woede, haat, angst, onzekerheid blijven de boventoon voeren. De ouder wil misschien toch nog een goede ouder worden, maar zal daar geen invulling aan kunnen geven. Een onherstelbare breuk, die effect heeft op de komende generaties, zowel in ontstaan als in uitblijven, is het gevolg.

Wie wil nog volhouden dat “andere” relatievormen mogelijk zijn? Oh je kunt van alles bedenken; naast een monogaam huwelijk is een heteroseksuele polygame relatie met instemming van alle partijen al voor velen geaccepteerd. Ook polygame relaties waarbij één der partners een homoseksuele relatie heeft, komen al vaker voor. En in al die vormen is er tegelijk vaak sprake van ouderschap, waarbij echter de veiligheid van het opgroeiende kind voorop staat.

Het goedpraten van relatievormen waarin het eigen kind wordt gezien als seksuele partner behoort wat mij betreft echter tot de laatste resten van ons oermensverleden, toen de holenmens zich, onbewust van welke consequentie dan ook, liet leiden door zijn oerdriften.

Als er destijds op het schoolplein van mijn lagere school gevochten werd en het leeftijdsverschil tussen de vechtersbazen was groot, werd er al snel door de omstanders geroepen: ”Hé, neem er eentje van je eigen leeftijd!” Waar kwam die roep vandaan?
Nou, gewoon vanuit het gevoel dat die kleinere, die veel jongere, anders het onderspit zou delven en gewoon omdat het niet eerlijk was en niet klopte. Een heel natuurlijke reactie.

Met seks is dat niet anders en vanwege de impact nog veel meer waar!
Dit geldt ook voor mijn blog over pedofilie.

Jan Barendrecht

 

Een echte man komt thuis met honger, niet met bloemen

Asha ten Broeke komt in de Volkskrant van 4 januari 2014 na 3 pagina’s tekst tot de volgende conclusie: “En wanneer we jongens niet langer onder het mom van biologische verschillen in de mal van de Echte Man dwingen, hoeven ze niet meer bang te zijn om bespot te worden om hun vrouwelijke kanten. Dan kunnen ze compleet mens worden.”

Wat zegt ze hier eigenlijk mee?
Dat rolverwachting en rolbevestiging, zowel van jongens als meisjes (JB), de groei naar (seksuele) eigenheid kan belemmeren en alle vooroordelen over man (en vrouw) zijn bevestigt.
Daarmee wordt de mogelijkheid om beide kanten (masculiene en feminien) in ons te verenigen, verstoord.
Mede hierdoor blijven we in de schijnveiligheid van de conditioneringen als: “Mannen zijn stoer; mannen huilen niet; mannen willen het altijd; mannen nemen het initiatief; mannen kunnen altijd klaarkomen etc. .

Er worden veel vragen gesteld over “man zijn”. Wat het betekent en hoe het er uitziet. Hoe je het doet. De verwarring zit in het denken in en vasthouden aan rollenpatronen terwijl het onze uitdaging is om ons te ontwikkelen als compleet mens. Dat kan, als we ons openstellen voor beide kanten, of liever gezegd, voor alles wat in ons leeft. Als we ons openstellen voor onze gehele emotionele binnenwereld en al onze nieuwsgierigheid durven gebruiken voor de ontmoeting met onszelf en met de ander, zullen we ervaren dat onze fysieke vorm geen grens betekent voor de ontwikkeling van ons emotionele, psychische en sociale evenwicht.

Maar, schaam jij je ergens voor, ben je wellicht bang om je werkelijk bloot te geven voor de ander? Of durf je kwetsbaar te zijn, je over geven, te laten gaan?
Wat is het ergste dat er kan gebeuren? Dat er iets in je open gaat dat je zelf nog niet kent? En dat je daar nieuwsgierig naar wordt?

Ze zei laatst tegen mij: “Nee, het is niet zozeer dat we de schaamte voorbij zijn, maar de angst.”
Dat is veelzeggend. In de relatie zijn we de angst voorbij, maar vooral ook in onszelf. Dat effent het pad naar man zijn en vrouw zijn, naar het toelaten van beide kanten in ons, naar compleet mens worden.

Wil je weten hoe we zover zijn gekomen? Door altijd alles aan elkaar te zeggen en te vragen.
Ja, altijd en alles. Dat houdt in dat je je als partners onvoorwaardelijk naar elkaar uit. Dat betekent ook dat alles vrij is. Er is geen dwang en aan een verwachting hoeft niet steeds te worden voldaan.
Dat is zo intens belangrijk, omdat de ander dat ook niet altijd kan.
Om dat te begrijpen hoef je alles alleen maar om te draaien: kun jij altijd alles inlossen?
Nee, dat kun je niet, en dat weet je wel maar je wil het misschien niet toegeven. Omdat je aan een mannenbeeld moet voldoen.
Meteen schiet je terug in het oeroude verwachtingspatroon, de oeroude conditionering en je voelt hoe je in conflict met jezelf komt.
De oplossing zit in het loslaten ervan. Dat zal met moeite gepaard gaan omdat je oude patronen zo ingebakken en zo “waar” zijn. Je zult op ontdekkingsreis moeten gaan naar die patronen en de behoefte gaan voelen om dat groeiproces aan te gaan.

Er worden veel vragen gesteld, zoals: hoe word je man; wat is een echte man. Bestaat “de man” als ideaalbeeld? Zo ja, hoe ziet die er dan uit? En volgens wie?
We hebben allemaal onze eigen voorstelling daarvan, gevormd door voorbeelden, die we van jong af aan voorgeschoteld kregen.

Een echte man is in de eerste plaats een mens met zijn verwachtingen, verlangens en behoeften en met zijn onzekerheden.
Als dat aan de oppervlakte mag komen, word je duidelijker en transparanter. Dan hoef je niet meer te doen “alsof”. En dan krijg je ruimte voor de ontdekkingsreis naar dat, waar het werkelijk om gaat.

Hier laat ik het even bij.

Vriendelijke groet,

Jan Barendrecht

Vragen stellen? E-mail via de contact pagina naar praktijk Asclepios: www.hypnose-regressie.nl

Blog

  • Ben je zo aan het nadenken hierover?
  • Och jeetje… vlinders
  • Interview met Leila Amaryllis de Vries